1 mei rede 2014
De traditionele Haaksbergse 1 mei rede uitgesproken door Peter Has, vz. PvdA Haaksbergen, op 4 juni 2014, tijdens de uitreiking van de 1 mei trofee aan de vrijwilligers binnen het Wiedenbroek:
U bent de vrijwilligers van het Wiedenbroek en u zet zich in voor haar bewoners. U geeft de hulpbehoevende bewoners gezelligheid en afleiding, ontlast de organisatie en houdt de bewoners zo goed mogelijk aangesloten op de samenleving. Koffie en thee, wandelen, ophalen en brengen, begeleiden bij kerkdiensten, boodschapjes, oefeningen doen…. Het is prachtig dat U dit allemaal doet en onze ‘1 mei’ trofee is daarom dik verdiend. Mooi ook dat we vorig jaar via Jeva de jeugd in het zonnetje hebben gezet. Want jongeren, gehandicapten en ouderen horen er bij; zij verdienen onze aan dacht en zorg.
U staat in een lange traditie. Vrijwilligers houden de samenleving draaiende. Ze vullen de gaten op die onze overheid laat liggen. Denk aan de zorg, het onderwijs, de kinderopvang, de sport, waar al niet.
De gaten die de overheid laat liggen…. . Dat klinkt als verwijt, maar zo is het niet bedoeld.
De overheid kan namelijk niet voor alles zorgen. Toch is bij nog al wat mensen dit beeld wel gaan ontstaan.
Dat is niet goed. Het leidt tot passieve burgers, die steeds zwaarder gaan leunen op gemeente en rijk en dat is vragen om problemen. Want de overheid kan niet voor iedereen goede oplossingen hebben en bovendien, de overheid vergist zich weleens en maakt ook fouten, net als iedere burger. En wat krijg je dan? Teleurstelling neemt de overhand en dan keren mensen zich af van de samenleving en de politiek en dat is niet goed.
Er is meer. De overheid liet zich de taken soms ook wel heel gemakkelijk aanleunen. Voor ieder probleem kwam wel een maatregel, met als gevolg kosten, bureaucratie en nieuwe teleurgestelden, want opnieuw, je kan niet iedereen gelukkig maken.
Daarom is het goed dat de overheid zich wat terugtrekt. Te veel overheid kost te veel, stelt teleur en maakt passief. De balans in de samenleving tussen sociaal en vitaal raakt verstoord.
Maar als de overheid zich terugtrekt, hoe moet het dan? Nu, daarvoor heeft de overheid de participerende burger uitgevonden. De participerende burger, dat is een mooi begrip voor ‘wij doen het niet meer, doen jullie het nu zelf maar, of anders met hulp van anderen. Regel het maar…’. Laten we wel wezen, op zich is daar is niets op tegen. Als mensen kunnen, mag je ook iets van ze verwachten, dat hoef ik hier niet uit te leggen.
Nu is er iets raars geslopen in het gesprek over de participatiesamenleving. De overheid heeft het er namelijk wel over wat dit voor de burgers betekent – variërend van ’je kan het zelf wel’,
tot ‘red je kont maar’. Waar zij het niet over heeft, is wat dit voor haar betekent. Je kan namelijk niet zo maar taken over de schutting gooien onder het motto “zoek het maar uit”. Als je wilt dat burgers echt meedoen, moet je een andere overheid worden. Niet één die voorschrijft, maar die faciliteert. Eén die luistert en helpt, waarna mensen zelf aan de slag kunnen.
Beter is dan ook niet meer te spreken van participerende burgers, maar van een participerende overheid, die – waar nodig – actief meedoet en burgers terzijde staat.
Een participerende overheid sluit ook aan op andere ontwikkelingen. De samenleving kantelt.
We willen minder hiërarchie. Niet meer ‘Van boven af’, maar meer van ‘onderop’, waarbij veel initiatieven van burgers komen.
Burgers zullen zich daarvoor beter gaan organiseren. Op straat en wijkniveau en rond verzorgingscentra en scholen. Ook om elkaar behulpzaam te zijn, voor het delen van een auto, een maaltijd of een hobby. Internet en sociale media kunnen naadloos deze burgerinitiatieven ondersteunen en – waar nodig en als het doel een algemeen belang dient – helpt de overheid bij de totstandkoming en uitvoering van plannen.
Wat betekent dit; ‘Meer samen’ en minder ‘koud egoïsme’.? Wat betekent het om te gaan van ‘Minder zelfredzaamheid en zoek het zelf maar uit’ naar meer ‘Samen-redzaamheid, want je staat er niet alleen voor’.
Laten we concreet zijn, wat betekent dit voor Haaksbergen?
Neem de Wilder, een prachtig zwembad, maar wel duur. Iedereen wil wel dat De Wilder behouden blijft, maar als het veel geld kost, waar kunnen burgers dan helpen om de lasten te verlichten? Dit betekent dat de gemeente niet meer alleen over centen moet willen praten, maar samen met de gebruikers van het bad en haar staf aan de slag moet, onder het motto: hoe zorgen we er samen voor dat het bad voor alle Haaksbergenaren behouden en toegankelijk blijft.
Neem onze natuur. Prachtig, maar ook heel statisch met een strikte scheiding tussen ‘boer’ en ‘natuur’. Wat mensen echt zouden willen, ook de boeren, is meer agrarisch natuurbeheer, te ontwikkelen samen met landeigenaren. Wat je dan krijgt? Meer biodiversiteit, bloemrijke akkerranden en nieuw aangeplante houtwallen. Dat kunnen wij samen organiseren – ook de financiering – met steun van de overheid.
En, nu ik het toch over natuur heb, waarom houdt die op bij de gemeentegrens? Waarom vinden we nauwelijks variatie, bloemen en eetbaar fruit in onze perken? Waarom hebben scholen niet een moestuin voor de kinderen, zodat ze van jongs af aan verbonden zijn met onze voedselketen? Allemaal zaken die we veelal zelf kunnen regelen.
Bij al deze voorbeelden zal je nog steeds naar de overheid gaan, maar niet van: ‘mag dit wel en ga je het ook doen’, maar ‘kan het en wil je me helpen’.
Het zijn zomaar wat voorbeelden. Groot en klein. Bij sommige zal de gemeente het voortouw blijven nemen, zoals bij De Wilder, maar bij andere, zoals bij gemeentegroen, is er een zee aan ruimte voor burgers om zelf initiatief te nemen en zaken te regelen, samen met de gemeente.
Het belangrijkste uiteindelijk is dat deze verandering veel meer zal omvatten dan het kale doel zelf; zoals bloemen in de wijk en zwemmen voor iedereen. Samen je inzetten voor een doel verbindt. De samenleving wordt ‘samen redzaam’, een term die ik graag ontleen aan Ada Landman, onze secretaris. En doen we het goed en waarom zouden we dat niet doen – dan verdampt het ‘ik tijdperk’. Dan gaan we weer gewoon samen leven. Bijna net als vroeger.
We staan hierin niet alleen. Bij de vorming van het nieuwe college hebben de drie partijen Leefbaar Haaksbergen, D66 en de PvdA de handen in elkaar geslagen. Ze hebben afgesproken dat we deze weg in Haaksbergen gaan inslaan. Want alle drie beseffen dat het anders kan en anders moet, ook al weten ze dat belangrijke veranderingen tijd kosten. Samengevat opent het college programma met:
Wij dagen burgers uit om hun verantwoordelijkheid te nemen. Wij durven dat, omdat wij zien hoe betrokken onze inwoners zijn…
Op sommige terreinen zullen we bewust terugtreden en loslaten ten gunste van initiatieven uit het dorp. Dan richten wij ons vooral op helpen sturen, stimuleren en initiëren.
Maar ook: Tegelijkertijd houden wij oog voor mensen die hulp en ondersteuning nodig hebben….
Het college staat er niet alleen voor. Veel burgers willen het gelukkig ook. U bent daarvoor het levende bewijs. Want u snapt dat samenleven meer is dan alleen je achter de overheid verschuilen.
U zag dat de mensen hier zonder uw hulp het moeilijk zouden hebben, u hebt actie ondernomen,
u maakt afspraken over wie doet wat, u houdt u aan uw afspraken en doet wat u kunt doen en u doet dat al heel lang met heel velen. Zo leef je samen! U zult het vast vanzelfsprekend vinden, en dat zou het ook moeten zijn, maar u weet ook dat wat voor u vanzelfsprekend is voor velen dit lang niet het geval is. Daarom alle hulde voor u en uw mooie vrijwilligerswerk. U hebt de trofee dik verdiend!
Dank u wel.